Diagnostiek kan helpen bij het vinden van antwoorden op vragen die betrekking hebben op oorzaken van bepaald gedrag van kinderen.
We willen benadrukken dat we naar het kind in de context kijken: dat gaat verder dan enkel het bepalen van bijvoorbeeld een intelligentiescore. We zijn nieuwsgierig naar wie het kind is, waar hij of zij goed in is, wat nog moeilijk is en hoe we het kind hierbij kunnen ondersteunen. Diagnostiek kan hierbij ondersteunend zijn.
Diagnostisch onderzoek bestaat in verschillende soorten en maten, passend bij de hulpvraag en bij wat het kind nodig heeft. Kort als het kan, uitgebreid als het nodig is. Vaak bestaat onderzoek uit een combinatie van testen, vragenlijsten, een observatie en een kindgesprek.
Welke onderzoeken doen we?
Een intelligentieonderzoek kan zicht geven op sterke kanten en aandachtspunten van het kind. Dat kan een WISC-V zijn voor kinderen van 6-16 jaar, of de WPPSI-IV bij kleuters. Een non verbale test zoals de WNV kunnen we afnamen als er sprake is van geringe beheersing van de Nederlandse taal, NT2 problematiek, slechthorendheid of een mogelijke TOS.
Ook kunnen we onderzoek naar aandacht, dyslexie of dyscalculie inzetten om antwoord geven op de gestelde hulpvragen.
Vragenlijsten rondom executief functioneren, maar ook emotioneel welbevinden en sociaal emotionele ontwikkeling kunnen deel uitmaken van ons onderzoek.
Hoe doen we onderzoek?
Graag stemmen we samen met school en ouders af op welke manier we het beste antwoord kunnen geven op de hulpvragen. Daarom nemen we nadat we de aanvraagformulieren hebben ontvangen altijd contact op met ouders en school. We houden de lijnen graag kort en transparant, zodat we met elkaar om het kind heen kunnen staan en de verwachtingen helder zijn.
We vinden het fijn om het onderzoek af te nemen in een omgeving die voor het kind vertrouwd is: de school. Om een compleet beeld te krijgen vinden we het belangrijk om het kind ook even in de klas aan het werk te zien. Na de observatie gaan we met het kind individueel aan de slag om te werken in een rustige ruimte op school. Met de intern begeleider maken we, indien ouders daar toestemming voor geven, een afspraak wanneer we de resultaten van het onderzoek met school en ouders zullen delen.
Na het adviesgesprek maken we de rapportage met handelingsgerichte adviezen. De ouders zijn altijd eigenaar van het verslag.
Wat ons betreft gaan diagnostiek en advies altijd hand in hand. We gebruiken de uitkomsten van het onderzoek om concrete adviezen te formuleren voor deze unieke leerling in deze unieke klas.